Zondag 19 mei
Aankomstdag op chambre d'hôte l'Oustal, kennismaking en genieten van de heerlijke en eerlijke maaltijd die Ena ieder dag weer voor de deelnemers uit de keuken tovert.
Maandag 20 mei
We starten de orchideeënweek enkele kilometers van l'Oustal in de buurt van Le Fossat. Op de weg erheen komen we langs een Bijeneterkolonie maar helaas laten de kleurrijke vogels zich nog niet zien. We stoppen bij een landweggetje en terwijl iedereen zich klaarmaakt voor de wandeling wordt de eerste fraaie vondst al gedaan: "Hypochrome Sniporchis”, (Ophrys scolopax) horen we een deelnemer roepen en in het grasland treffen we een geheel geelgroen exemplaar van de Sniporchis (Ophrys scolopax). Eigenlijk is het een soort albino, waarbij bepaalde pigmenten ontbreken dan wel geblokkeerd worden wat resulteert in geelgroene bloemen.
We struinen de landweg verder af en zien de eerste orchideeën van de orchideeënweek. Mark legt de verschillen uit tussen de orchideeënbloemen die we zien en hun relatie met bestuivers. Zo zijn er bloemen die hun bestuivers verleiden en niks in ruil geven voor de verleende dienst (bestuiving). En zijn er bestuivers die veinzen dat ze nectar bezitten of mannelijke wespen lokken met feromonen. Deze mannetjes worden in het vroege voorjaar aangetrokken door de vrouwelijke lokstoffen (feromonen) die de orchidee produceert en eenmaal aangekomen bij de bloem proberen de mannetjes te paren met de bloem. Hierdoor krijgen ze stuifmeelklompjes van de orchidee opgeplakt. Doordat ze nogal traag van begrip zijn begaan ze deze fout meerdere malen en wordt de orchidee uiteindelijk bestoven. Mark laat zien hoe je met je pink de bestuiver kan nabootsen en hoe de stuifmeelklopjes opgeplakt worden. Een andere bloem die hij laat zien is die van het Hondskruid. Eén van de weinige orchideeën die daadwerkelijk nectar bezit. De soort heeft net als de Grote muggenorchis, Welriekende en Bergnachtorchis een lang dun spoor dat deels is gevuld met nectar. Om de nectar te bereiken moet je als insect aangepast ‘gereedschap’ meebrengen en alleen bepaalde vlindersoorten met een lange roltong kunnen drinken van deze zoetigheid. We lopen de weg verder af en zien diverse orchideeën waaronder: Sniporchis (Ophrys scolopax), Bijenorchis (Ophrys apifera), Hondskruid (Anacaptis pyramidalis), Soldaatje (Orchis militaris), Lange tongorchis (Serapias vomeracea), Poppenorchis (Orchis anthopophora) en Vliegenorchis (Ophrys insectifera). Op de weg terug zien we dan toch de Bijeneters op de telefoondraad en enkele in hun karakteristieke sierlijke vlucht.
We lunchen op l’Oustal en verkennen vervolgens de graslanden rond ons overnachtingsadres chambre d'hôte l'Oustal. We doorkruisen fraaie hellingen vol met bloemen en insecten. Mark geeft uitleg over de verschillende biotoptn en hoe deze te herkennen zijn. Op de helling aangrenzend aan de tuin van l'Oustal zien we diverse soorten orchideeën waaronder: Sniporchis (Ophrys scolopax), Spinnenorchis (Ophrys sphegodes), Soldaatje (Orchis militairs), Purperorchis (Orchis purpurea), Poppenorchis (Orchis anthropophora), Bokkenorchis (Himantoglossum hircinum), Kleine tongorchis (Serapias lingua), Lange tongorchis (Serapias vomeracea) en Welriekende wantsenorchis (Anacamptis coriophora subsp. fragans). In het bos zien we soorten als Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia), Vliegenorchis (Ophrys insectifera), Grote keverorchis (Neottia ovata).
Aangekomen op een helling nabij het dorp Sieuras zien we een fraaie tweedeling in het grasland. Het linker deel is begraasd, de rechterzijde niet. Na wat struinen treffen we hier diverse exemplaren van de Welriekende wantsenorchis (Anacamptis coriophora subsp. fragrans) in bloei. Het onbegraasde deel van het grasland is een bloemenzee met Soldaatjes (Orchis militaris) en Poppenorchis (Orchis anthropophora). De terugweg is een route door een bosschage dat eerdere jaren al volop door koeien was begraasd. De koeien zijn dit jaar nog niet aanwezig en de graslandjes staan bomvol met orchideeën, in de bosrand ontdekken we de Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii).
2e dag (dinsdag)
Op dag 2 bezoeken we de Razès, een streek ten oosten van Mirepoix waar enkele fraaie ophryssoorten groeien als Grootbloemige zadelorchis (Ophrys bertonlinii subsp. magniflora) en de hybride met Sniporchis (Ophrys scolopax). Tevens bloeit hier begin juni Ophrys Aegertica en we hoopten op een vroege bloeier maar helaas zijn we die niet tegen gekomen. Het zonnetje brandt dusdanig dat de fotografen besluiten om de planten in de schaduw te zetten met een paraplu. In het grasland zien we diverse exemplaren van de Grootbloemige zadelorchis (Ophrys bertolinii subsp. magniflora), de hiervoor genoemde hybride met Sniporchis (Ophrys scolopax) en langs de wegberm vinden we op een talud tientallen Witte bosvogeltjes. De fotografen halen wederom het toestel te voorschijn om de fraaie witte bloemen vast te leggen.
We vervolgen onze weg naar een nieuw grasland dat meer mediterraans aandoet maar niet voordat we een kop koffie hebben gedronken met een heerlijke taartpunt. Het grasland dat we bezoeken staat bekend om de aanwezigheid van Ophrys picta en Ophrys sulcata. De eerste is een kleine variant van de Sniporchis (Ophrys scolopax), die zich moeizaam laat onderscheiden van haar grotere broer. In dit grasland is de soort zeer klein en vrij eenduidig maar op diverse andere plekken tijdens de orchideeënweek laat de soort zich lastig herkennen. De Ophrys sulcata is één van de laat bloeiende fusca-achtigen en we zien een schitterende kolonie planten. Terwijl iedereen ligt te fotograferen komt Ruud aan lopen met op zijn hand een Bidsprinkhaan. Even vergeten we de orchideeën en is de sprinkhaan het onderwerp van de fotografen. We vergapen ons aan de schoonheid van het insect, die zo uit een sciencefiction film lijk te zijn ontsnapt. Op de terugweg zien we een enorme Vliegenorchis (Ophrys insectifera) met wie menigeen op de foto gaat. Onze soortenlijst is inmiddels aardig uitgebreid en tijdens de lunch bespreken we de tussenstand.
Het derde en laatste grasland van de dag ligt op een hoger gelegen plateau. We nemen het wandelpad de helling op en zien op en rond het pad reeds diverse orchideeën. Halverwege staat midden op het wandelpad een Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra). De plant staat nog in knop, maar is reeds goed herkenbaar. Dit is voor de orchideeënweken een nieuwe soort, die we nog niet eerder zagen. We lopen het pad af en speuren in de bosrand en berm naar nog meer exemplaren van het Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra) maar in eerste instantie zonder resultaat.
Wel zien we de Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum) mooi in bloei staan. Mark vertelt hoe de bladgroenloze orchideeën zonder fotosynthese aan hun voedsel komen en welke soorten hier nog meer onder vallen. Even verderop staat een tweede bladgroenloze soort en de wens van een van de deelnemers om het Vogelnestje (Neottia nidus-avis) te zien komt uit. Ze kan haar geluk niet op wanneer we onder een boom tientallen exemplaren aantreffen. We struinen de bossen en bosranden af op zoek naar Bosvogeltjes maar wederom zonder resultaat. Op de weg terug besluiten we een met bos begroeid talud ter hoogte van het Rood bosvogeltje (Cephalanthera rubra) af te zoeken en al snel vinden we nog een plant, en nog één, en nog één. In totaal vinden we ruim twintig planten die allen of in knop of vegetatief aanwezig zijn.
Ondanks dat we al een lange dag achter de rug hebben is iedereen nog gemotiveerd om een kleine omweg te maken en een groeiplaats van de Vlinderorchis (Anacamptis papilionacea) te bezoeken. Op de weg terug naar l’Oustal slingeren we langs een weggetje omhoog en boven aangekomen zien we vanuit de auto een grasland vol met Vlinderorchissen (Anacamptis papilionacea). Helaas is het grasland niet toegankelijk. Het is rescent bestemd voor woningbouw maar de plaatselijke orchidofiel heeft de bouw voorlopig tegen weten te houden. De eigenaar van de grond besloot vevolgens echter het terrein af te sluiten en heeft borden geplaatst met verboden toegang. Enkele honderden meters verder is echter nog een groeiplaats die wel toegankelijk is en we rijden door om de soort mooi in bloei te zien.
3e dag (woensdag)
De derde dag starten we traditioneel op de markt van Mas d’Azil. Een gezellige markt waar lokale ‘producteurs’ hun waren verkopen. Er wordt geproefd van de lekkernijen en enkele kopen souvenirs voor het thuisfront. Teruggekomen bij de auto rijden we door de grotten van Mas d’Azil en stoppen we bij de plaatselijke patisserie net buiten het dorp. Hier komt Ruud naar buiten met twee kartonnendozen. Wat zal daar in zitten? Het zijn de heerlijke ‘croustades’, een type vruchtenvlaai uit de streek. De winkel waar we deze lekkernijen kopen maakt alleen maar deze vlaaien in 3 smaken. Voordat we ons tegoed doen aan de vlaai stoppen we bij een hooiland langs de doorgaande weg. Hier vertelt Mark over de hooilanden van de Ariège, het landgebruik en welke soorten doorgaans kunnen worden aangetroffen in dit type grasland. En van de meest kenmerkende soorten is de IJle moerasorchis (Anacamptis laxiflora) die massaal voorkomt in dit grasland.
We keren terug naar Mas d’Azil en lopen door de grot waar de nesten van de Rotszwaluwen worden bewonderd. Aangekomen aan de noordzijde wacht ons de lunch van de dag. Meerdere soorten brood, kazen, eerder gekocht op de markt in Mas d'Azil en heerlijke en eerlijke paté van Edelhert met Cranberries, gemaakt door Ena. Na de lunch haalt Ruud één van de dozen te voorschijn met een pruimencroustade.
Na de lunch vervolgen we onze weg en beklimmen de heuvels rondom Mas d’Azil. Hier voeren Ruud en Mark ons langs een fraai hooiland. Mark geeft uitleg over het grasland dat vergelijkbaar is met de heuvelland vorm van het heischrale grasland en vergelijkbaar is met enkele situaties in Nederland en Vlaanderen. Kenmerkende soorten zijn Groene nachtorchis (Dactylorhiza viridis), Addertong (Ophioglossum vulgarum) en Betonie (Stachys officinalis). In hetzelfde grasland zien we nog diverse andere soorten zoals Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii), Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) en Grote keverorchis (Neottia ovata). In de bosrand staat Joke reeds te wenken, zij heeft Witte rapunzel (Phyteuma spicatum subsp. spicatum) gevonden. Tijdens onze struintocht zien we verder nog Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia), Kleine tongorchis (Serapias lingua), Bijenorchis (Ophrys apifera), Harlekijn (Herorchis morio) en IJle moerasorchis (Anacamptis laxiflora). We sluiten de wandeling af naar een Dolmen (Hunebed) en zien nog enkele orchideeën.
4e dag (donderdag)
Vandaag staan de Pyreneeën op het programma. We vertrekken vroeg richting de bergen en na de koffie en een 'pain aux raisans' nemen we een wandelpad dat ons door een bos omhoog brengt. Hier groeit de zeldzame Kleine keverorchis (Neottia cordata). Onderweg zien we de eerste bergsoorten als Vlierorchis (Dactylorhiza sambucina) en langs het wandelpad vinden we de hybride tussen Poppenorchis (Orchis anthropophora) en Soldaatje (Orchis militaris).Aangekomen bij de groeiplaats is het even schrikken. Een groot deel van de dennenbomen is gekapt.
Doordat de Kleine keverorchis (Neottia cordata) gebonden is aan de humus van dennenaalden en een specifiek microklimaat kan dit weleens het einde betekenen voor deze groeiplaats van deze soort. Na enig speurwerk vinden we de eerste vegetatieve exemplaren van de Kleine keverorchis (Neottia cordata). Minuscule kleine blaadjes die bijna niet opvallen op de bosbodem. Na een flink tijdje zoeken vinden we nog enkele vegetatieve exemplaren van de eerder genoemde soort en net wanneer we besluiten terug te keren wordt toch nog een bloeiend exemplaar gevonden. Iedereen krijgt de tijd om dit kleine fragiele plantje op de foto te nemen, iets wat niet meevalt.
We trekken verder naar Col de Marmare en parkeren de auto dichtbij een helling die vergelijkbaar is met het Alm niveau in de Alpen. Normaliter grazen hier koeien maar in mei zijn de hellingen in de ban van Gentianen en Orchideeën. Beneden aan de helling genieten we eerst van onze lunch. Ook hier staan reeds orchideeën. Na de lunch beklimmen we de berghelling die bedekt is met een sprei van bloemen. Diverse gentianen, vleugeltjesbloemen, paardenbloemen, voorjaarsganzerik, sleutelbloemen en diverse orchideeën. Koning van de berghelling is de Vlierorchis (Dactylorhiza sambucina) die talrijk aanwezig is. Mark vertelt over hoe het kan dat deze soort in twee kleuren voorkomt en hoe je Handekenskruiden, de Dactylorhizasoorten, en de Orchissoorten van elkaar kunt onderscheiden. Op dezelfde helling zien we ook Mannetjesorchis (Orchis mascula), Grote keverorchis (Neottia ovata), Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en de Bleke orchis (Orchis pallens). Op plekken waar de Mannetjesorchis (Orchis mascula) en de Bleke orchis (Orchis pallens) samengroeien is er kans op de hybride tussen beide. Het valt het op dat de Bleke orchis (Orchis pallens) voornamelijk onder bomen groeit en dat hier wel heel bleke Mannetjesorchissen (Orchis mascula) in knop staan. Het verlossende woord komt door één van deze knoppen open te peuteren en voilà daar komt een Mannetjesorchis bloem met de Bleke orchis kleur tevoorschijn. Een perfecte intermediaire bloem. Een rondgang langs alle bomen op de helling levert planten van de Bleke orchis (Orchis pallens) en de hybride met Mannetjesorchis (Orchis mascula) op. En last but not least, Pyreneese specialiteit: de Pyreneese kievitsbloem (Fritillaria pyrenaica) zien we plaatselijk massaal bloeien.
Hoewel we reeds verzadigt zijn na alle bloemenpracht staan we onszelf toch nog een toetje toe. In een diep ingesneden dal stoppen we met auto. We passeren een kolkende bergbeek en beklimmen een wandelpad dat ons de berg op voert. Als snel treffen we de eerste orchideeën: Grote keverorchis (Neottia ovata), maar de specialiteit zien we enkele tientallen meters verder. In een bocht vinden de Nonnetjesorchis (Neotinea maculata). De soort is eigenlijk al uitgebloeid, maar in de bovenzijde van de bloeiaar vinden we nog enkele bloempjes. Het betreft een soort die erg zeldzaam is in de Ariège. We volgen het wandelpad verder omhoog en zien hier diverse orchideeën en bremrapen waaronder de Grote bremraap (Orobanche rapum-genistae) die parasiteert op de wortels van de brem. Enkele meters verderop zien we een voor ons nieuwe soort, de Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha). Mark legt uit dat deze soort zich onderscheid van de Welriekede nachtorchis (Platanthera bifolia) door de stand van de helmhokjes. Die van de Welriekende staan evenwijdig en dicht tegen elkaar aan, die van de Bergnacht ver uit elkaar en divergerend en vormen als het ware een ‘berg’. Bovenaan gekomen turen de vogelaars nog even door hun telescoop op zoek naar een spoor van de Steenarend die op een rots moet broeden.
5e dag (vrijdag)
We starten de laatste dag van de orchideeënweek in de omgeving van Foix en onze eerste stop is een droog kalkgrasland. Bij aankomst blijkt al snel dat de dagen voorafgaand een kudde schapen ons voor is geweest en de helling hebben kaal gegraasd. Wel staan er nog flink wat orchideeën in de aangrenzende wegbermen. We zien hier soorten als Sniporchis (Ophrys scolopax), Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia), Soldaatje (Orchis militaris) en Hondskruid (Anacamptis pyramidalis). We hopen dat het de schapen heeft gesmaakt en vervolgen onze weg richting Gudas.
We rijden door naar wellicht het meest zeldzame veldje van de week. Het betreft een vochtig schraalgrasland. Ook in Frankrijk wordt door intensieve landbouw dit soort velden almaar zeldzamer. Dit veld is er echter nog en we zien dat hier nog veel zeldzame plantensoorten voorkomen zoals enkele zeggesoorten waaronder Vlozegge (Carex pulicaris). We zien in hetzelfde grasland diverse orchideeën waaronder Vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata), Grote keverorchis (Neottia ovata), Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii), Kleine tongorchis (Serapias lingua), Aangebrande orchis (Neotinea ustulata), Soldaatje, (Orchis militaris), Harlekijn (Anacamptis morio) en de IJle moerasorchis (Anacamptis laxiflora). Voorzicht kijken we nog even rond in het grasland of het Teer guichelheil (Anagallis tenella) reeds in bloei wordt aangetroffen, maar helaas zijn we daarvoor te vroeg. De zon laat zich deze dag niet zien en het land krijgt waar het zo'n behoefte aan heeft : water
We vervolgen onze weg en stoppen bij een wandelpad dat onderdeel uitmaakt van de Catharenroute. We volgen het pad dat voor een deel langs een beekje loopt. We kruipen onder struiken door en banen ons een weg tussen de grashalmen die over het smalle paadje heen hangen. In het bos nemen een paadje dat ons de helling op voert. Hier zien we al snel de eerste exemplaren van het Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium). Een korte rondgang levert ons ruim 10 exemplaren op. We volgen het pad en zien op diverse plekken nog zeker een even gelijk aantal. Onder enkele beuken klautert Mark een helling op. Hij verteld dat hier de Kleinbladige wespenorchis (Epipactis microphylla) kan groeien. Na een paar minuten speuren heeft hij de eerste planten gevonden. Kleine wespenorchissen met nog kleiner blad. De soort staat, voor ons, helaas nog niet in bloei. We speuren de helling af en vinden een tiental exemplaren.
Ter afsluiting van de dag trekken we de bergen in richting Leychert en Roquefixade. In het laatstgenoemde dorp lunchen we onder een afdak alvorens we een deel van het Katharenpad volgen. Het uiteindelijke eindpunt van het wandelpad is de ruïne van een Katherenburcht. Wij slaan echter eerder af en klauteren een hellinggrasland op. Deze is door begrazing opgedeeld in terrassen die elk een nieuwe orchideeënflora bezit. Onderdaan de helling zien we veel Welriekende nachtorchis (Platanhera biflia). Op een hoger gelegen terras is de Sniporchis (Ophrys scolopax) tamelijk algemeen aanwezig. En het laatste terras dat we opklimmen herbergt bijzonder veel Vliegenorchis (Ophrys insectifera). Overal waar je kijk torenen de lichtgroene bloeiaren met de kenmerkende zwarte bloemen boven de grazige vegetatie uit. Net als Hondskruid (Anacamptis pyramidals) die een goede tweede is wanneer het gaat om aantallen exemplaren. Tussen de Jeneverbes struiken zien we verder nog Spinnenorchis (Ophrys sphegodes) en Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea) die net in bloei begint te raken. Daarnaast zien we overal witte pluimen van de Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia). Menko en Mark speuren de onderzijde van de helling af naar een speciale Ophrys soort. Al gauw hebben zij de soort gevonden waarnaar ze opzoek waren: de Vroege Spinnenorchis (Ophrys araneola). De soort blijkt bijna uitgebloeid maar toch vinden ze nog enkele exemplaren met herkenbare bloemen.
Nr |
Nederlandse naam |
Wetenschappelijke naam |
1 |
Welriekende wantsenorchis |
Anacamptis coriophora subsp. fragrans |
2 |
IJle moerasorchis |
Anacamptis laxiflora |
3 |
Harlekijn |
Anacamptis morio |
4 |
Vlinderorchis |
Anacamptis papilionacea |
5 |
Hondskruid |
Anacamptis pyramidalis |
6 |
Bleek bosvogeltje |
Cephalanthera damasonium |
7 |
Wit bosvogeltje |
Cephalanthera longifolia |
8 |
Rood bosvogeltje |
Cephalanthera rubra |
9 |
Bosorchis |
Dactylorhiza fuchsii |
10 |
Vlierorchis |
Dactylorhiza sambucina |
11 |
Groene nachtorchis |
Dactylorhiza viridis |
12 |
Brede wespenorchis |
Epipactis helleborine |
13 |
Kleinbladige wespenorchis |
Epipactis microphylla |
14 |
Moeraswespenorchis |
Epipactis palustris |
15 |
Grote muggenorchis |
Gymnadenia conopsea |
16 |
Bokkenorchis |
Himantoglossum hircinum |
17 |
Nonnetjesorchis |
Neotinea maculata |
18 |
Aangebrande orchis |
Neotinea ustulata |
19 |
Kleine keverorchis |
Neottia cordata |
20 |
Vogelnestje |
Neottia nidus-avis |
21 |
Grote keverorchis |
Neottia ovata |
22 |
Bijenorchis |
Ophrys apifera |
23 |
Vroege spinnenorchis |
Ophrys araneola |
24 |
Grootbloemige zadelorchis |
Ophrys bertolinii subsp. magniflora |
25 |
- |
O. bertolinii subsp. magniflora x O. scolopax |
26 |
Vliegenorchis |
Ophrys insectifera |
27 |
- |
Ophrys lupercalis |
28 |
- |
Ophrys picta |
29 |
Sniporchis |
Ophrys scolopax |
30 |
Sniporchis hypochroom |
Ophrys scolopax (hypochroom) |
31 |
- |
Ophrys sulcata |
32 |
Poppenorchis |
Orchis anthropophora |
33 |
Bleke x Mannetjesorchis |
Orchis x hausknechtii |
34 |
Soldaatje x Purperorchis |
Orchis x hybrida |
35 |
Mannetjesorchis |
Orchis mascula |
36 |
Soldaatje |
Orchis militaris |
37 |
Bleke orchis |
Orchis pallens |
38 |
Purperorchis |
Orchis purpurea |
39 |
Poppenorchis x Soldaatje |
Orchis x spuria |
40 |
Welriekende nachtorchis |
Platanthera bifolia |
41 |
Bergnachtorchis |
Platanthera chlorantha |
42 |
Kleine tongorchis |
Serapias lingua |
43 |
Lange tongorchis |
Serapias vomeracea |