themaweek orchideeën

Ariège - Franse Pyreneeën - 2022

 

 

  • reisverslagen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maandag 18 april, Sieuras en Belbèze

Na een korte kennismaking en het bekijken van de eerste vier soorten orchideeën in de tuin van  l’Oustal lopen we het aangrenzende weiland in, de huisweide. Alle deelnemers zijn doorgewinterde natuurliefhebbers met een brede interesse voor alles wat groeit en “natuurlijk” beweegt en dat maakt dat we allemaal veel van elkaar opsteken. Onder andere waarom een kastanboom zowel gelige als rode bloemkernen heeft. Voor niet direct te beantwoorden vragen slaan we ’s avonds de boeken open.


Op “de huisweide”vinden we Harlekijntjes (Herorchis  morio) , Purperorchis (Orchis purpurea) , Poppenorchis (Orchis anthropophora) en de eerste Sniporchissen (Ophrys scolopax)  al mooi in bloei. Ook Spinnenorchis (Ophrys sphegodes) staat fraai in bloei, terwijl bij Ophrys lupercalis (een Bruine orchissoort die geen Nederlandse naam heeft) en de Vroege spinnenorchis (Ophrys exaltata ssp. marzuola) de zaaddozen al gevormd zijn. Naast de orchideeën wordt ook ieder kruipend diertje zoals spinnetjes met een afwijkende witte bol op hun rug op de foto gezet.

We vervolgen de wandeling en in het bos staat Grote keverorchis (Neottia ovata) in knop en enorme Sniporchissen en Poppenorchissen van wel 70 cm hoog op zoek naar maximaal zonlicht. Onderweg zijn ook de opkomende Bokkenorchissen (Himantoglossum hircinium) niet te missen maar om die in bloei te zien is het vandaag nog net iets te vroeg.

's Middags rijden we naar Belbèze om de eerste Gele orchissen (Ophrys lutea), Vliegenorchis (Ophrys insectifera) en onderweg velden vol met Harlekijntjes.

Belbèze herbergt naast veel fraaie orchideeën nog iets bijzonders: de groeve van Pédégas, waarvan wordt beweerd dat hier al voor de jaartelling marmer werd gewonnen. De ondergrondse groeve is niet meer in gebruik en door de steile rotsen is het niet ongevaarlijk om hier rond te wandelen.

Deze verlaten ondergrondse steengroeven zijn rond 1940 ze herontdekt en van Gallo-Romeinse oorsprong. Het uitzonderlijk witte marmer uit deze mijn is terug te vinden in gebouwen uit de eerste eeuw na Christus in Toulouse. Tevens is Bélbèze-marmer gebruikt voor sculpturen zoals het Saint Barbe-beeld in L'Isle-en-Dodon.

 

Dinsdag 19 april, Caudeval

Vandaag staat Caudeval als bestemming op de agenda. Bij aankomst op de parkeerplaats zien we dat het plaatselijk kasteel te koop wordt aangeboden, inclusief de 50 jaar oude Mercedes op de binnenplaats. Voor de handige doe-het-zelver want er is wel wat werk aan de winkel.


Vanaf de parkeerplaats maken we de uitgezette wandeling van twee kilometer met een hoogteverschil van 150 meter. We zien hier de eerste Mannetjesorchissen (Orchis mascula) in bloei en de Soldaatjes (Orchis militaris) nog in knop als we halverwege boven op de orchideeënrijke heuvel aankomen. Hier staat het vol met Mannetjesorchis, Harlekijntjes en Spinnenorchissen.

Iedereen gaat intensief op zoek en zoals eerder gezegd is het fijn dat er niet alleen maar op orchideeën wordt gelet, de kleine eikjes herbergen namelijk nesten van de Eikenprocessierups en in het gras worden meerdere rupshopen gevonden. ‘Niet op de grond gaan liggen’ is het devies en we zoeken de open plekken zonder eikjes op, waar de fraaie Gele orchis (Ophrys lutea) en late bloeiers van Ophrys lupercalis op de foto worden gezet.

 

 

Als tussenstop op weg naar de Vlinderorchis (Anacamptis papilionocea) nemen we een kijkje op de vlakte bij Montaut om op zoek te gaan naar de Grauwe kiekendief. Aangekomen op de voor Ruud zeer bekende plek treffen we twee mannetjes en een vrouwtje Grauwe kiek aan die op enkele meters afstand langs de auto voorbij zweven. Deze prachtige ranke roofvogel heeft het moeilijk doordat de broedplaats vaak gekozen wordt in graanvelden. Dat mooie groene veld veranderd in juni echter in het goudgele graan en als de oogsttijd is aangebroken zijn de jongen nog niet volgroeid waardoor nestbescherming noodzakelijk is. Ruud werkt altijd mee met de regionale natuurvereniging om de nesten op te sporen en te markeren zodat de boer er tijdens zijn werkzaamheden rekening mee kan houden. Zodra de vogel goed broeds is en de eerste jongen uit het ei zijn, wordt het nest omheind met gaas zodat vos, marterachtigen en huishond geen bedreiging vormen. Spijtig genoeg  gaat het lang niet altijd goed, vorig jaar zijn slechts 7 van de 15 jongen daadwerkelijk uitgevlogen.


Bij aankomst in Calmont blijken er toch al zo’n 50 Vlinderorchissen (Anacamptis papillionacea) aan het begin van de bloei te staan. Dit is slechts een fractie van wat ‘ons’ nog te wachten staat, over een dag of 10 staan hier duizenden Vlinderorchissen te bloeien. De Vlinderorchis is een beschermde soort in Frankrijk en dat wordt niet altijd gewaardeerd door grondeigenaren aangezien bouwen en ploegen niet is toegestaan.

We nemen tevens nog een kijkje bij de groeiplaats van de Ophrys vasconica, in het Frans Ophrys de Gers. De latijnse benaming vasconica is afkomstig van Vascogne, een deel van Frankrijk dat bestond uit het huidige Baskenland en een deel van zuidwest Frankrijk, het huidige Gascogne.

 

Woensdag 20 april , Mas d'Azil


Na het bezoek aan de markt in Mas d’azil bezoeken we Cap de Pouech. De afrastering lijkt hier ieder jaar toe te nemen maar gelukkig blijkt het schrikdraad niet van stroom voorzien.

Zoekend naar de Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) stuiten we op de eerste Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) van deze week en dat zou zeker niet de laatste blijken. Van de Groene nachtorchis vinden we er slechts enkelen in begin van de bloei. Wel worden er 32 Paarse aspergeorchissen (Limodorum aborativum)  geteld, een ongekend aantal na de 5 of 6 planten van de afgelopen jaren,  en ook de  Gele ophrys, die we de laatste 4 jaar hier niet meer gezien hadden, was terug op zijn plaats.

Twee Wielewalen zijn luid aanwezig en bestrijden elkaar met hun zang om een vrouwtje te versieren en hoog in de lucht is een Blauwe kiekendief op weg, misschien wel naar zijn broedgebied op Ameland.

De eerste Bergnachtorchis (Plantanthera chlorantha) en Soldaatjes staan in knop en ook Vliegenorchis (Ophrys insectifera) wordt veelvuldig aangetroffen. Wie echter ook in grote getalen aanwezig zijn, zijn de geiten en de ezels. Komende week maar een praatje maken met de eigenaren om hen te vragen het kleine stukje grond waar de vele orchideeën te vinden zijn pas later in de zomer open te stellen voor begrazing.

 

In de zuidoostelijke hoek van het veld staan honderden Harlekijntjes in bloei met daartussen tientallen Aangebrande orchissen, Gewone tongorchis (Serapias lingua) en Lange tongorchis (Serapias vomeracea) mooi vol in bloei. De IJle moerasorchis (Anacamptis laxiflora) die we hier meestal ook  aantreffen staat hier nog niet in bloei, daarvoor gaan we naar een veldje bij Clermont.
Op de parkeerplaats bij Cap de Pouech nuttigen we de lunch, brood en kaas op de markt ingekocht en de traditionele Croustade uit Rimont, de allerbeste croustade-bakker van de Ariège.

 


Het veldje met de IJle moerasorchis levert ons vervolgens nog een hybride van IJle moerasorchis met Harlekijn (Anacamptis x alata) en de Vleeskleurige orchis (Dactyloryzha incarnata)  op. En ook hier weer grote hoeveelheden Harlekijn,  Aangebrande orchis,  Gewone tongorchis en lange tongorchis in het drogere deel van het veld.

Donderdag 21 april, Senconac en Leychert

Ondank de voorspelling van mogelijke sneeuwval nemen we de gok en trekken we de bergen in om in de ochtend via Senconac,  waar in deze tijd de eerste Bleke orchis (Orchis Pallens) in bloei staan, naar Leychert te rijden.
Aangezien de rit toch al gauw 50 minuten in beslag neemt wordt Spotify geraadpleegd om ons tijdens de rit van muziek te voorzien hetgeen ons door het ‘saaie’ reisuurtje heen helpt. Dank ook voor de podcasttip 'Groene oren', een echte aanrader voor de podcast-luisterende natuurliefhebber (of de natuurliefhebbende podcastluisteraar).

De Early orchid, zoals de Bleke orchis in het Engels heet, doet zijn naam eer aan en ook de hybride tussen Bleke orchis x Mannetjesorchis (Orchis pallen x Haussknechtii) staat op het punt van bloei. Tussen de Bleke orchis vinden we ook diverse rozetten van de Grote keverorchis (Listera ovata) en een tiental Kaspjesmorilles die we later in de week ook weer tegen zullen komen. We bediscussiëren het vermoeden van samenwerking tussen de schimmel van Kapjesmorille en orchideeën.

 

 


 

 

 

 

 

 

 

De slechte weersvoorspelling blijkt aan het einde van de dag reuze mee te vallen, een beetje miezerig maar toch ook droge momenten. Tijdens de lunch is  het zelfs helemaal droog ;-) dus hebben we weer heerlijk buiten van het Franse stokbrood genoten! Dat droog buiten zitten komt overigens vooral door de lunchlocatie, de grot van Niaux heeft de parkeerplaats zo’n beetje in de grot zelf waar we als verassing een korte vliegshow krijgen van Alpengierzwaluwen die de rotswand boven de grot als nestgelegenheid hebben uitgezocht.

De week ervoor had Ruud de veldjes in Leychert nog bezocht en is daardoor niet heel positief gestemd, veel orchideeën stonden pas net boven, maar op de dag van ons bezoek blijkt er toch heel veel meer zichtbaar. Bijzonder veel Kleine spinnenorchis (Ophrys araneola) staan mooi in bloei evenals Wit- en Bleek bosvogeltje (Cephalanthera longifolia en C.damnasium). En ook het eerste Hondskruid (Anacamptis pyramidalis) in knop wordt gevonden.
Het schrikdraad wordt getest en dat functioneert in Leychert priiiiima, in de hele weide omtrek geen koe, geit of schaap te zien maar Ruud blijkt hier het grootste rund door het toch maar even vast te pakken.

Vrijdag 22 april Bugarach en omgeving


Vandaag even doorbijten voor de twee uur durende rit naar het te bezoeken gebied, Bugarach en omstreken, waar we groeiplaatsen van Wolzweverorchis (Ophrys tendrethinifera), Spiegelorchis (Ophrys speculum), Maskerorchis (Neotinea conica) en Stippelorchis (Orchis provencialis) bezoeken.

De ‘pain-aux-raisins’,  bij een kort bezoek aan de bakker in Bélesta ingeslagen, worden bij een kop koffie  op Col de Portel, opgepeuzeld. Deze col is berucht om zijn grote roofvogels die hier de vroege thermiek opzoeken om zo hoogte te winnen en ook vandaag is het weer raak. Een Aasgier laat zich al cirkelend minuten lang bewonderen en net nadat die uit beeld is vertrokken schiet een Vale gier laag over om vervolgens direct weer achter de boomtoppen van de tegenover liggende heuvel te verdwijnen.

Als eerste zien we de Wolzweverorchis (Ophrys tenthredinifera)  en hoewel er nog een aantal van fraaie  bloemen zijn voorzien is de bloeitijd wel aan het einde, het goede nieuws is dat de vruchtbeginsels van de onderste bloemen mooi bol staan en de bevruchting succesvol lijkt verlopen. Een Paarse aspergeorchis steekt voorzichtig zijn kop boven de grond en ook de kleine Nonnetjesorchis (Neotinea maculata) is veelvuldig aanwezig.

De tientallen planten van de Wolzweverorchis op de tweede groeiplaats van deze mooie Ophrys zijn echt aan het einde van de bloei dus hup, door naar Bugarach via Gorges de Galamus. Een enkeling die aan de dal-zijde in de auto zit kijkt liever even niet uit het raam maar ook dit jaar komen we weer zonder kleerscheuren door de smalle kloof.

Op Col de Linas maken we een klein rondje maar het is hier erg nat, zo nat dat het oversteken van het gewoonlijk kleine stroompje lastig wordt en het blijft daardoor bij wat Mannetjesorchissen en een enkele Stippelorchis in knop en we besluiten terug te keren en de lunch op de picknickplaats op de Col te nuttigen.

 

De Stippelorchissen langs de weg naar Bugarach staan er heel wat beter bij en de hybride van Stippel- en mannetjesorchis (Orchis × penzigiana) vinden we ook, evenals een fraaie boomkikker die zich op de kale rotsen opwarmt in de zon.

We rijden verder richting Bugarach om de o zo gewenste Spiegelochis te bezoeken maar die blijkt dit jaar afwezig, of niet te vinden, dat laat ik in het midden. Gelukkig is er een tweede vindplaats en daar wordt de kleine plant door een getraind oog binnen de groep wel gevonden. Net als  de Wolzweverorchis eerder op de dag is er gelukkig nog één fraai blauw bloempje aanwezig die op de foto gaat.


 

Voordat we de rit naar Loustal aanvangen sluiten we de dag af met een bezoek aan  de Maskerorchis. Hoewel dit in Frankrijk een niet veel voorkomende soort is, is dit hier toch een zekerheid met honderden planten prachtig in bloei. Het Vogelnestje (Neottia nidus-avis), hier niet ver vandaan, staat slechts nog in knop en ook naast deze soort vinden we weer Morilles.

 

 

En wederom gaat de podcast ‘Groene oren’ aan.   


 

Zaterdag 23 april

Tot slot wil ik alle deelnemers graag bedanken voor hun inbreng, inzet, geduld, hulp, kennis, fotos en het feit dat iedereen zonder wanklank mijn stuurmanskunsten heeft doorstaan. En natuurlijk niet te vergeten Ena en Irma voor de heerlijke door hen bereide maaltijden en al hun kritische vragen tijdens het nuttigen er van.  


De week is om, maar het grootste deel van de groep heeft er nog een aantal dagen aan vast geplakt en bekijken op een regenachtig moment de video ‘OPHRYS, les Orchidées des petites Pyrenees’, een fraaie en leerzame documentaire van Fred Lavail. En onze gids…..pakt de bosmaaier ……